AV 2016

Verslag Algemene Vergadering VPF 30-6-2016

1. Opening voorzitter
Bestuurslid Piet (van Sintmaartensdijk) opent om 11.30 uur de Algemene Vergadering van de VPF.
Deze vergadering vindt plaats in de “wachtkamer derde klasse”. Als locatie had het bestuur van de VPF namelijk gekozen voor het Spoorwegmuseum in Utrecht.
Een speciaal woord van welkom voor de ereleden Schröders, Oudeman, den Teuling en Van der Jagt .
Er zijn 35 leden aanwezig.

2a. Mededelingen
De voorzitter neemt het dagprogramma door en attendeert de aanwezigen op het vandaag bij de penningmeester inleveren van ingevulde declaraties.

2b. Vaststelling agenda
De agenda wordt ongewijzigd vastgesteld.
In verband met de afwezigheid vandaag van Marianne Wendt, is Peter Wulms als gast uitgenodigd, om ons in het middagdeel toelichting te geven op pensioenen. Peter en Marianne Wendt zijn namens het Ambtenaren Centrum onderhandelaar voor de sector Rijk.

3. Openingswoord voorzitter
De voorzitter vraagt de aanwezigen om een moment van stilte voor de overleden leden.
Hierna wordt Piet bedankt voor de goede organisatie van de dag en voor zijn deskundigheid op het vlak van pensioen.
Zoals de vorige keer toegezegd is er vanuit de VPF een brief gestuurd naar de fracties in de Tweede kamer der Staten generaal:

DE BRIEF VAN DE VPF:

Beste fracties van de 2e kamer van Nederland,

Ik wend mij tot U om de aandacht en uw reactie te vragen op het volgende:

Indexatie ABP pensioen
Al sinds 2010 heeft het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (hierna ABP) de pensioenen niet (gedeeltelijk) kunnen indexeren vanwege een te lage dekkingsgraad. Door de gewijzigde pensioen wetgeving is (gedeeltelijke) indexatie van de ABP pensioenen pas mogelijk vanaf een dekkingsgraad van 110% of hoger. Dit baart de leden van de Vereniging Postactieven Financiën grote zorgen, zoals bleek op de op 23 oktober 2015 gehouden Algemene Vergadering van deze vereniging. Het betreft echter niet alleen de huidige groep van pensioengerechtigden. Ook de nog werkenden collega's van de Nederlandse Categoriale vakvereniging Financiën ondervinden hiervan nadeel. Het niet (gedeeltelijk) indexeren van hun pensioen raakt ook deze groep. Het niet (gedeeltelijk) indexeren is ook voor de werkenden een aderlating die nooit meer ingehaald wordt. Met de huidige dekkingsgraad (per 30 september 2015) 99,7% is een (gedeeltelijke) indexering van de pensioenen nog lang niet in zicht.
Factoren die van invloed zijn op de dekkingsgraad zijn het rendement, de premie, de rente en de levensverwachting.
Het belegd vermogen van het ABP bedraagt per 30 september 2015 € 345 miljard. Het rendement ligt onder druk door de wisselende resultaten op de beurzen. Een verhoging van de pensioenpremie, eventueel aangevuld met een opslag, heeft een marginale invloed op het vermogen van het ABP. De Ultimate Forward Rate (UFR) is door de Nederlandse Bank naar beneden bijgesteld, naar 1,6%. In de praktijk betekent dit dat het ABP meer geld in kas moet houden. Door nog meer stimulerend beleid van de Europese Centrale Bank, aan het einde van dit jaar of begin volgend jaar, is de verwachting van menig econoom dat deze maatregelen de rente nog verder onder druk zetten. Als dit waarheid wordt, zal de flexibele rekenrente ook naar beneden worden bijgesteld. De gevolgen voor de dekkingsgraad van het ABP laten zich raden.

Deelnemers bij het ABP verdienen een goed pensioen. Ik ben van mening dat de landelijke politiek (onder andere de verlaging van het maximaal fiscale opbouwpercentage van 2,25% naar nu 1,875%) maar zeker ook de Europese politiek steeds bepalender is geworden en blijft ten aanzien van het pensioen.

Mijn vragen aan U zijn:

  • Hoe denkt U te gaan bewerkstelligen dat indexatie een reëel perspectief gaat vormen de komende 2 jaren?
  • Hoe denkt U te gaan bewerkstelligen dat de achterstand van de gepensioneerden niet steeds groter wordt indien het vorenstaande niet kan worden bereikt?
  • Met welke verwachting ziet U de komende harmonisatieslag van pensioenen binnen Europa?
  • Wat zal volgens U de lange termijn verwachting zijn voor de hoogte van het pensioen in zeg 2035?
  • Wat is uw mening ten aanzien van de houdbaarheid van ons huidige pensioenstelsel en langs welke weg verwacht U de veranderingen?

Ik hoop spoedig van U een antwoord te ontvangen.
Albert van der Smissen, voorzitter VPF

DE REACTIES:

Geachte heer, mevrouw,
Hartelijk dank voor uw e-mail. Onze fractie ontvangt dagelijks een grote hoeveelheid e-mailberichten. Dat stellen wij erg op prijs, dat geeft inspiratie en informatie die wij kunnen gebruiken om ons zo goed mogelijk in te zetten voor dieren, natuur en milieu.
Die grote hoeveelheid betekent wel dat wij niet op alle mail persoonlijk kunnen reageren. Als de inhoud van uw e-mail daarom vraagt, zal een van de medewerkers van de fractie uw e-mail zo spoedig mogelijk beantwoorden. Alle mail wordt in elk geval gelezen en betrokken bij ons werk in en buiten de Kamer.
Met vriendelijke groet, Tweede Kamerfractie Partij voor de Dieren
=====

Geachte heer, mevrouw,
Hartelijk dank voor uw e-mail. GroenLinks stelt het zeer op prijs dat u ons op de hoogte hebt willen stellen van gebeurtenissen, informatie, of uw opvatting. Dat helpt ons in ons werk als volksvertegenwoordigers. Het feit dat u deze mail ontvangt, betekent dat uw bericht GroenLinks heeft bereikt en gelezen zal worden.
Dagelijks ontvangen wij zeer veel e-mails. Indien u één van onze Kamerleden een uitnodiging hebt gestuurd voor een bijeenkomst of een bezoek, neemt de persoonlijk medewerker van het betreffende Kamerlid contact met u op. In andere gevallen zijn wij helaas niet in staat te reageren op uw e-mail, maar zoals gezegd, wordt deze wel gelezen en gebruikt als inbreng voor het politieke werk van de Kamerleden in de GroenLinksfractie. Nogmaals hartelijk dank voor uw bericht.
Met vriendelijke groet, Tweede Kamerfractie GroenLinks
=====

Geachte heer, mevrouw,
Hartelijk dank voor uw e-mailbericht van 31/10/15 aan de ChristenUnie-fractie in de Tweede Kamer. Graag willen wij bevestigen dat uw e-mailbericht in goede orde ontvangen is.
Het is voor ons gezien de grote hoeveelheid e-mailberichten die dagelijks binnenkomt en een vacante vacature helaas niet mogelijk om op elk bericht individueel te kunnen reageren. Wij vragen om uw begrip hiervoor. De e-mailberichten die wij ontvangen worden door ons wel allemaal gelezen. Wij zijn u dankbaar voor de moeite die u neemt om ons te mailen en betrekken graag uw ervaringen en ideeën bij de voorbereiding van standpunten en debatten. Het is echter mogelijk dat u ter zijner tijd nog wel een nadere reactie van ons ontvangt.
Met vriendelijke groet, Fractie ChristenUnie Tweede Kamer
=====

Beste Albert,
Uit onze administratie is gebleken dat uw email wel gelezen, maar tot onze spijt nog niet is beantwoord. Uw email is vanwege de inhoud doorgezet naar onze afdeling Sociale Zaken en werkgelegenheid.
We hebben uw verhaal en dat van anderen waar mogelijk gebruikt bij de voorbereiding van de begrotingsbehandeling van Sociale Zaken en Werkgelegenheid begin december en bij andere debatten in de afgelopen periode.
Waar het gaat om uw vragen zou ik u willen wijzen op onze bijdragen in de debatten over pensioenen. In het kort komt het er op neer dat we vinden dat er wel degelijk geïndexeerd kan worden en dat de UFR los gelaten kan worden, omdat er voldoende zit in de pensioenpotten. Voor de toekomst zetten we in op een nationaal pensioenfonds.
meer over onze visie over AOW en pensioen kunt u lezen op https://www.sp.nl/standpunt/aow-en-pensioen
Met vriendelijke groet, Hans Boerwinkel, SP fractiemedewerker SZW Tweede Kamer
=====

Geachte heer van der Smissen,
Hartelijk dank voor uw bericht aan Diederik Samsom. Gezien de grote hoeveelheid e-mails die Diederik Samsom dagelijks ontvangt, lukt het hem niet om persoonlijk te reageren. Hij heeft mij daarom gevraagd uw e-mail te beantwoorden.
Allereerst waarderen wij het erg dat u uw zorgen uit over de ouderen en dat u een aanvullende reactie geeft. U haalt meerdere onderwerpen in uw brief aan, die zal ik stuk voor stuk proberen te beantwoorden.
Nederlanders worden gemiddeld steeds ouder, dat is goed nieuws. Dankzij de AOW en ons sterke pensioenstelsel kunnen veel mensen genieten van een goede oude dag. Dit willen wij ook veiligstellen voor onze kinderen en kleinkinderen. Wij vragen aan iedereen een bijdrage in de vorm van langer doorwerken. Deze verhoging is in het regeerakkoord van 2012 afgesproken. Het wetsvoorstel dat hieraan uitvoering geeft, is pas recent in de Tweede - en Eerste Kamer aangenomen, met alle publiciteit van dien. Het gaat hierbij echter niet om een extra versnelling ten opzichte van de reeds bekende plannen uit 2012. In het regeerakkoord heeft de PvdA ingestemd met de geleidelijke verhoging van de AOW-leeftijd vanaf 2013. Tot en met 2015 stijgt de AOW-leeftijd ieder jaar met één maand. Hierna stijgt de AOW-leeftijd sneller, zodat in 2018 de AOW-leeftijd op 66 jaar ligt, en in 2021 op 67 jaar. Hierna wordt de AOW-leeftijd aan de levensverwachting gekoppeld.
Om ook in de toekomst voldoende handen aan het bed en docenten voor de klas te houden, vraagt de PvdA aan alle Nederlanders een bijdrage in de vorm van langer doorwerken. Langer doorwerken is nodig om voldoende mensen in de zorg en het onderwijs te houden, om onze verzorgingsstaat in stand te houden. Dit lijkt zich slecht te verhouden tot de oplopende (jeugd)werkloosheid, maar niets is minder waar. Het CPB heeft becijferd dat eerder uittreden of minder lang doorwerken door oudere werknemers niet tot meer banen voor jongeren of werkloze ouderen leidt. Ervaringen uit het verleden laten zien dat vervroegde uittredingsregelingen vaak zijn gebruikt om oudere werknemers goedkoop te laten uitstromen, zonder dat hier plekken voor jongeren door ontstonden.
De Overbruggingsregeling AOW, één van de verzachtende maatregelen voor mensen met een laag inkomen die zich door een vroegpensioen-uitkering niet voldoende hebben kunnen voorbereiden op een latere AOW, is na signalen uit de samenleving verlengd en verruimd. De regeling loopt nu door tot 2023, en wordt daarnaast ook opengesteld voor mensen die tussen 1 januari 2013 en 1 juli 2015 met vroegpensioen zijn gegaan. Voorheen was dit vóór 1 januari 2013. De regeling geldt specifiek voor lage- en middeninkomens (tot 200% van het wettelijk minimum loon voor een alleenstaande en 300% van het wettelijk minimumloon voor paren). Voor deze regeling geldt wel een partnertoets en een vermogenstoets. Van mensen met een hoger inkomen, of mensen die een partner hebben met inkomen, vragen wij een grotere bijdrage via het eigen vermogen.
Er zijn meer maatregelen genomen om gevolgen op te vangen, zo worden werkgevers financieel gestimuleerd om oudere werklozen in dienst te nemen via mobiliteitsbonussen. Verder kunnen mensen die op dit moment een vroegpensioenuitkering ontvangen, in overleg met het pensioenfonds bekijken of de uitkering verlengd kan worden tot de nieuwe AOW-leeftijd.
Dit betekent over een langere periode een iets lagere uitkering, zodat er geen inkomensgat ontstaat.
De verhoging van de AOW-leeftijd mag niet ten koste gaan van mensen die lang hebben gewerkt tegen een laag inkomen, of mensen die op latere leeftijd werkloos zijn geraakt.
Er zijn meerdere redenen waarom de AOW leeftijd is verhoogd. Deels is dit, wat in de vorige mail is aangegeven, dat er voldoende werk capaciteit beschikbaar blijft. Dit is voor de economie, maar ook om kennis en kunde door te geven aan de jongere generaties. Hoezeer we het niet willen is het wel de realiteit, de kosten spelen ook een rol. We kennen een uitgebreide verzorgingsstaat waar we trots op zijn. Echter, met het gegeven dat de gemiddelde leeftijd sterk groeit, groeien de kosten voor ouderen in de samenleving ook mee, aangezien zij langer gebruik maken van dit systeem. Om de verzorgingsstaat toekomstbestendig te maken en kostendekkend te laten zijn helpt het verhogen van de pensioenleeftijd.
De PvdA snapt uw zorgen met betrekking tot de ouderen. Deze groep mensen heeft het zwaar gehad tijdens de crisis en nu de economie aantrekt kunnen wij ook hen weer in de plus zetten tijdens de algemene beschouwingen. Ook hebben wij een nieuw belastingplan om de ouderen te steunen. Met dit belastingplan hebben we de keuze gemaakt om meer werk te creëren en werkloosheid te bestrijden. Deze is immers nog veel te hoog en leidt soms tot persoonlijke drama's. Door 5 miljard te investeren, creëren we met de belastingvoorstellen meer banen. De verwachting is dat dit er volgend jaar al 100 duizend extra zullen zijn.
Gepensioneerden zouden er zonder aanpassingen in het beleid fors op achteruit zijn gegaan, onder andere door lagere pensioenen (hoewel de AOW wel op peil blijft en gewoon wordt geïndexeerd). Daarom heeft minister Asscher bijna een miljard uitgetrokken om dat te voorkomen. Gemiddeld gaan ouderen er nu dus een klein beetje op vooruit, onder andere door meer geld uit te trekken voor de huur- en zorgtoeslag, en een forse verhoging van de ouderenkorting. Natuurlijk kunnen we niet iedereen individueel ontzien. Wel is het aandeel ouderen dat er meer dan 2 procent op achteruitgaat beperkt tot 5 procent Ook onder de werknemers zullen bepaalde mensen erop achteruitgaan, dat is met miljoenen huishoudens onvermijdelijk.
Vanzelfsprekend hebben we er begrip voor als u andere keuzes zou willen zien. Tegelijkertijd staat de PvdA ook achter haar keuze om vol in te zetten op werkgelegenheid. Op de lange termijn is dit immers beter voor de gehele samenleving, zowel voor jong als voor oud. De banken, die u aanhaalde, die deze crisis hebben veroorzaakt moeten ook maatregelen nemen. Door onverstandig met geld te hebben gespeculeerd zijn er veel problemen ontstaan. Zodoende hebben we de bonussen aan banden gelegd en de banken weer gestuurd naar waar het allemaal om gaat, weer in de dienst staan van de spaarders.
Algemene informatie over de verhoging van de AOW-leeftijd kunt u vinden op de website van de SVB en de Rijksoverheid: http://www.svb.nl/int/nl/obr/overbruggingsregeling/wat_is_de_obr/ + http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/algemene-ouderdomswet-aow/wijzigingen-in-de-aow
Excuserend voor de late beantwoording hoop ik u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd. Mocht u nog vragen of opmerkingen hebben, aarzel dan niet om nogmaals contact op te nemen.
Met vriendelijke groet, Afdeling Voorlichting PvdA
=====

Geachte heer van der Smissen,
Hartelijk dank voor uw email.
Voor D66 staat voorop dat we moeten zorgen dat pensioenbeloftes kunnen worden waargemaakt en dat maatregelen evenwichtig uitvallen voor alle generaties. Ons huidige pensioenstelsel belooft deelnemers zekerheden die de afgelopen jaren niet zijn waargemaakt. Daarom is een verhoging van de buffereisen en strengere eisen aan indexatie wat D66 betreft noodzakelijk. Daarbij is het belangrijk om ook te bedenken dat het voorstel voor het nieuwe financieel toetsingskader voor pensioenfondsen nog een tweede maatregel bevat: niet alleen zij er strengere eisen aan indexatie, ook wordt pensioenfondsen in slechte tijden meer tijd gegeven voor herstel. Daarmee zijn de zeer abrupte kortingen die we de afgelopen jaren hebben gezien verleden tijd. Dit is van groot belang voor gepensioneerden, zeker nu we zien dat dekkingsgraden sterk onder druk staan door de verder dalende rente. Wat ons betreft is aldus een evenwicht gevonden tussen de belangen van alle deelnemers: meer tijd en ruimte in slechte tijden en minder abrupt korten, maar ook minder snel indexeren en hogere buffers. Uit de analyses die zijn uitgevoerd door het Centraal Planbureau blijkt ook dat het voorstel evenwichtig uitpakt tussen verschillende generaties.
Tijdens de behandeling van de wet in de tweede kamer hebben we, samen met aantal andere partijen, geregeld dat pensioenfondsen die echt weer gezond zijn, sneller kunnen overgaan tot inhaalindexatie en het terugdraaien van kortingen uit het verleden.
Veel mensen verwijzen ook naar de grote vermogens van pensioenfondsen. Inderdaad is dat een sterk punt van ons pensioenstelsel. Echter, die grote vermogens blijken niet voldoende om gedane pensioenbeloftes waar te maken. En bij pensioenen gaat het om de verhouding tussen bezittingen en de toekomstige verplichtingen van een pensioenfonds. Ook is het goed om te realiseren dat bij een dekkingsgraad van 100% een pensioenfonds nog geen cent in kas heeft om de pensioenen te kunnen indexeren. Terwijl dat natuurlijk het ultieme doel is; een goed pensioen vereist inderdaad dat er geïndexeerd kan worden en zo de toekomstige koopkracht wordt gerealiseerd.
Wij constateren wel dat we een hoge prijs betalen voor de “nominale zekerheid” die ons huidige pensioenstelsel belooft: het vereist hoge buffers en vermindert het te bereiken pensioenresultaat. Maar zolang er zekerheden worden beloofd, moeten we borgen dat pensioenfondsen voldoende buffers hebben om die waar te maken. Over die zekerheden en het omgaan met risico moet dan ook worden gesproken tijdens het – mede op aandrang van D66 – gestarte toekomstdebat over ons pensioen. Daarbij moet het wat ons betreft ook gaan over het vergroten van de keuzevrijheid en het vastleggen van eigendomsrechten bij pensioen. Het is nu namelijk niet helder welk deel van de pensioenpot van jou is. Dat leverde de afgelopen jaren ongemakkelijke debatten op over het evenwichtig behandelen van generaties, waardoor jong en oud ook vaak tegenover elkaar kwamen te staan. Het vertrouwen in het pensioenstelsel heeft daarmee bij jong én oud een flinke deuk opgelopen. Jongeren vrezen dat er teveel geld wordt uitgekeerd en zij daar later de rekening voor betalen. Ouderen zijn teleurgesteld dat het pensioen veel minder zeker blijkt dan hen is voorgespiegeld.
Met betrekking tot de inkomenspositie van ouderen geldt dat steeds meer ouderen een aanvullend pensioen hebben opgebouwd en vermogen hebben. Daardoor is de armoede onder ouderen sterk gedaald. Het is grote winst dat tegenwoordig nog maar weinig ouderen in armoede leven (ongeveer 3% in 2011, waar dat in 2000 nog 12% was). De armoede onder kinderen is vele malen hoger (11%). Het overheidsbeleid heeft ook bijgedragen aan een relatief goede inkomensontwikkeling van ouderen, zo blijkt ook uit een recent rapport over de inkomenspositie van ouderen en de vermogenspositie van ouderen is ook verbeterd (zie bijvoorbeeld http://www.rijksoverheid.nl/nieuws/2013/09/13/inkomens-en-vermogenspositie-ouderen-verbeterd.html en http://www.z24.nl/geld/vermogenskloof-tussen-jong-en-oud-gegroeid-door-daling-huizenprijzen-493708). Gelukkig staat ‘oud’ tegenwoordig niet meer gelijk aan ‘arm’. D66 streeft steeds naar een evenwichtig koopkrachtbeeld. Het is onvermijdelijk dat iedereen de noodzakelijke maatregelen om de begroting op orde te brengen voelt in de portemonnee. Het ontzien van alle ouderen zou niet rechtvaardig zijn. D66 heeft daarbij wel bijzonder oog voor de positie van ouderen die alleen AOW (of een zeer klein aanvullend pensioen) ontvangen. Het is daarom heel goed dat de AOW wel elk jaar meestijgt met de inflatie.

Wat betreft uw vragen:
we verwachten geen indexatie de komende twee jaar zolang de ECB-rente zo laag blijft. De dekkingsgraden zijn nog veel te laag en blijven zo te zien nog een tijdje zo laag.
Dit jaar zijn de koopkrachtcijfers zo dat ouderen er niet op achteruitgaan. Wij streven ook naar een evenwichtig koopkrachtbeeld en willen niet dat ouderen nog veel meer koopkracht verliezen. We verwachten niet zoveel van de Europese Unie wat betreft pensioenen, maar we zien het tegemoet en beoordelen elk voorstel. Over de hoogte van de pensioenen in de toekomst kunnen wij geen uitspraak doen, maar wij blijven ons hardmaken dat iedereen een pensioen kan krijgen, ook in de toekomst. Ons pensioenstelsel op dit moment is volgens rapporten onhoudbaar geworden en dient veranderd te worden. In de Kamer zijn nu veel debatten over de toekomst van ons pensioenstelsel en een grote hervorming dient er wel aan te komen. Zo is er 9 december 10:00-12:00 een hoorzitting gepland over de toekomst van het pensioenstelsel en die kunt u volgen als u interesse heeft. D66 maakt zich ook veel zorgen over de pensioenen en we blijven er kritisch op.
Ik hoop u hiermee het standpunt van de D66-fractie te hebben kunnen toelichten en uw vragen beantwoord te hebben.
Bedankt voor uw inbreng.
Met vriendelijke groet, Armin Ademovic, Tweede Kamerfractie D66

Mw. Gerberink vraagt zich af wat gedaan kan worden met het besluit harmonisatie pensioenen in de EU, wat op een onbewaakt ogenblik recentelijk en snel door de Tweede Kamer is gejaagd. Het betreft hier de zogenaamde controversiële pensioenen.
Over IORP II is, na anderhalf jaar onderhandelen, op 15 juni 2016 in Brussel een akkoord bereikt. Dit nieuws is naar buiten gebracht op 24 juni 2016 toen de gehele EU hysterisch reageerde op de Brexit en dus even niemand oplette.
In de Tweede Kamer is IORP II eind juni, op de laatste dag van ‘ons’ EU voorzitterschap, aangenomen. Dit ondanks een motie van sceptische parlementariërs die menen dat de EU door IORP II richtlijnen (veel) meer controle krijgen over Nederlandse pensioenfondsen. Daarnaast zouden pensioenfondsen worden aangemoedigd zich buiten de Nederlandse landgrenzen te vestigen zodat ze niet meer onder het toezicht van De Nederlandse Bank (DNB) vallen.
Andere parlementariërs (de voorstemmers) zijn juist de mening toegedaan dat de richtlijn de trek van Nederlandse fondsen naar het buitenland uitlokt niet waar is. Hun stelling is dat de herziende richtlijn DNB juist meer mogelijkheden geeft om die stap tegen te houden.
Kortom, onduidelijkheid troef. Maar niet voor de parlementariërs van VVD, PvdA, D’66 en Groen Links. Binnen 12 uur hadden zij het 100 pagina’s tellende rapport bestudeerd en zonder verder aanvullende vragen of opmerkingen ingestemd met de inhoud.
In een brief van staatssecretaris Sociale Zaken mevrouw Klijnsma aan de Tweede Kamer te lezen: ‘Het onderhandelingsresultaat kan voor lidstaten met minder ver ontwikkelde tweede pijler pensioenstelsels een bijdrage leveren aan een meer toekomstbestendige inrichting van de oudedagsvoorzieningen, hetgeen de financiële stabiliteit in Europa als geheel ten goede komt’. Mevrouw Klijnsma beweert dat DNB een vetorecht krijgt voor wat betreft de waarde overdacht naar het buitenland. Echter van dat specifieke vetorecht is in de tekst van de richtlijn niets terug te vinden. Ook alarmerend in dit verband is dat de Duitsland niet meedoet in die zin dat de Duitse pensioenfondsen zijn uitgezonderd van de IORP II richtlijn. Waarom?

De Algemene Vergadering geeft het bestuur het advies mee om deze problematiek voor te leggen aan onze staatssecretaris Jetta Klijnsma (Sociale Zaken) en eventueel ook aan onze internationale vakbondskoepel de CESI.
Het bestuur van de VPF zal zich door deskundigen uitgebreid laten voorlichten over dit dossier. Op de eerstvolgende bestuursvergadering neemt het bestuur een besluit over het door de AV gegeven advies.

4. Verslag Algemene Vergadering 23-10-2015
Dhr. Van Elven merkt op dat bij punt 6 (Financieel jaarverslag 2014) de Algemene Vergadering toen geen formeel besluit genomen heeft over de omschreven reservering.
De penningmeester geeft aan dat dit later vandaag terug komt bij agendapunt 8 (begroting 2016 + 2017).

Dhr. Hupkes merkt op dat bij punt 11 (Rondvraag) een mogelijke terugbetaling aan de Belastingdienst – vanwege inkomsten uit SVB waar het ABP geen rekening mee houdt –voorkomen kan worden door het tijdig aanvragen van een voorlopige aanslag.

Zonder verdere op- of aanmerkingen gaat de Algemene Vergadering akkoord met genoemd verslag.

5. Jaarverslag 2015
Zonder op- of aanmerkingen gaat de Algemene Vergadering akkoord met genoemd jaarverslag.

6. Financieel jaarverslag 2015
Na een korte toelichting en de constatering van een enkel telfoutje, levert het door de penningmeester opgemaakte financiële jaarverslag geen bijzonderheden op.
Hierna gaat de Algemene Vergadering akkoord met genoemd jaarverslag.

7. Verslag kascontrolecommissie 2015
Edo Pattenier doet namens de kascontrolecommissie – bestaande uit Edo Pattenier en Frans van Elven – mondeling verslag van de kascontrole. Alle stukken en bescheiden, betrekking hebbend op de exploitatie van het kalenderjaar 2015 en de balans van de VPF te hebben gecontroleerd en akkoord bevonden. De verwerking van de ontvangsten en uitgaven is correct geweest en we hebben geen onregelmatigheden kunnen ontdekken.
De kascontrolecommissie verzoekt de Algemene Vergadering om de penningmeester en het bestuur décharge te verlenen voor het gevoerde financiële beleid over genoemde periode.
De vergadering stemt hiermee in.

8. Begroting 2016 en 2017
Thomas Geelhoed (penningmeester) licht – zoals bij punt 4 (verslag Algemene Vergadering 23-10-2015) aangetipt – toe dat het voorstel om met ingang van dit jaar 25% van de gelden gereserveerd worden voor concrete VPF-activiteiten (zoals deze Algemene Vergadering) en dat de overige 75% naar de NCF vloeit. Genoemde 75% is ter vergoeding van de kosten van de NCF, zoals individuele belangenbehartiging, collectieve belangenbehartiging, financiële administratie, ledenadministratie, correspondentie en communicatie. De Algemene Vergadering stemt hiermee in.
Dit voorstel was overigens al besproken met de heren Pattenier en Van Elven van de kascommissie.

Zonder op- of aanmerkingen gaat de Algemene Vergadering akkoord met genoemde begrotingen.

Het bestuur stelt voor om de contributie ongewijzigd te laten, totdat de pensioenen gaan stijgen.
Ook hier gaat de Algemene Vergadering mee akkoord.

9. Benoeming kascontrolecommissie 2016
Als kandidaten geven zich ter plaatse op de heren Van Elven en Pattenier.
De Algemene Vergadering stemt hiermee in, waardoor beide heren benoemd zijn.

10. Rondvraag
Albert van der Smissen (voorzitter) legt uit dat we als VPF streven naar een ophoging van het ledenaantal, mede door de grote uitstroom de komende tijd bij de actieve dienst. Als bestuur hebben we dit wat aantrekkelijker en makkelijker gemaakt door het eerste jaar “gratis” te doen.

Tot slot maakt Piet van Sintmaartensdijk (algemeen bestuurslid) van de gelegenheid gebruik gemaakt om erelid Albert den Teuling in het zonnetje te zetten. Hij wordt gefeliciteerd met zijn onlangs ontvangen Koninklijke onderscheiding. De VPF overhandigt hem hiervoor een passende attentie.

11. Sluiting
Erelid Antoon Bonke spreekt een slotwoord uit, waarin hij aan geeft deze Algemene Vergadering ook te zien en ervaren als een soort reünie.
Hij vraagt aan en krijgt van de Algemene Vergadering applaus voor het voortreffelijk werk van het bestuur.

Nadat Albert van der Smissen (voorzitter) alle aanwezigen nogmaals uitnodigt voor de lunch, het korte middagdeel over pensioenen, de daarop volgende rondleiding met gids en de afsluitende borrel, sluit hij om 12.35 uur de Algemene Vergadering.